Overslaan en naar de inhoud gaan

Biedt werken in de schoonmaak perspectief? Jazeker!

Kantoorpanden opruimen en glazen wassen. Dat zijn waarschijnlijk de eerste twee werkzaamheden die je te binnen schieten wanneer je denkt aan werken in de schoonmaakbranche. Maar die sector is een stuk veelzijdiger, en interessant voor een brede groep werkzoekenden. Dat bleek tijdens de ‘deepdive schoonmaak’, op woensdag 31 mei, bij opleidingscentrum NESO in Bemmel. Collega’s van de werkgeversdienstverlening en gemeenten, in samenwerking met branchevereniging Schoonmakend Nederland, kwamen daar bijeen om de kansen, de uitdagingen en het belang van de sector uitgebreid onder de loep te nemen.

 

Eerst iets meer over de locatie: NESO. Want een opleidingscentrum voor de schoonmaak: wat moet je je daar precies bij voorstellen? Simpel gezegd: een plek waar (bijna) alle mogelijke schoonmaaksituaties worden gesimuleerd. Keukens, hotelkamers, schoolklassen, ziekenhuiskamers, ruiten, vloeren – van parket, tot marmer, tot sportzaalvloerbedekking: ze zijn er allemaal aanwezig. Allemaal klaar om vies gemaakt te worden, zodat leerlingen ze weer brandschoon kunnen maken. Het zet je aan het denken: hoe breed is deze branche eigenlijk?

Geen goed imago

Op die vraag volgt snel antwoord, na het korte openingswoord door Annelies Los, adviseur bij het Landelijk WSP Gemeenten, en Mathieu van Druenen, landelijk adviseur werkgeversdienstverlening. ‘Schoonmaak is essentieel in de wereld’, zegt hij. ‘En vandaag zijn we bijeen gekomen om elkaar te informeren en inspireren over de mooie kanten van de schoonmaakbranche, en zien we na afloop hopelijk kansen om werkzoekendenadviseurs in dat verhaal mee te nemen.’

Het woord is daarna aan Rob Rommelse, directeur van Schoonmakend Nederland. Hij vertelt over de missie van deze branchevereniging; hun inzet voor goed werkgeverschap, een sterke cao en hun toewijding voor duurzaamheid in de schoonmaak. Maar hij kent ook de zwaktes van de branche. Dat blijkt wanneer iemand uit de zaal opmerkt dat de ‘schoonmaak geen goed imago heeft bij werkzoekenden’, en vraagt hoe daar verandering in gebracht kan worden. ‘Je ziet vaak dat mensen schoonmaak super belangrijk vinden, maar erin werken, dat willen veel mensen niet. Het is daarom belangrijk verhalen te vertellen, laten zien waarom het een mooie branche is.’    

10.000 opstaande vacatures

Daarom is Fedde Monsma meegekomen. Hij is manager CAO, arbeidsverhoudingen en projecten bij Schoonmakend Nederland. In een bevlogen betoog neemt hij in sneltreinvaart de deelnemers mee in de belangrijkste feiten en cijfers rondom de sector. ‘Er werken ongeveer 120.000 mensen in de schoonmaak, samen goed voor een omzet van 4 miljard euro. De sector is opgebouwd uit drie onderdelen: algemene schoonmaak, glasbewassing en specialistische reiniging. Denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan panden waarin brand heeft gewoed. Het vergt kennis om dat schoon te maken.’

 

Er is, net als in veel andere bedrijfstakken, een groot tekort aan handen in de schoonmaakbranche. Er zijn ongeveer 10.000 openstaande vacatures. ‘Het verloop van personeel is groot, ongeveer 30.000 mensen per jaar, en er komen er minder dan dat binnen. In de praktijk is het vaak een bij- of studentenbaan. Mensen die schoonmaken zijn, over het algemeen, geen kostwinners’, vertelt Fedde.

 

Toch is die uitstroom jammer, en wellicht ook onnodig, wat de schoonmaak is geen onaangename branche om in te werken. Fedde legt uit: ‘De cao binnen de schoonmaak ligt bewust boven het minimumloon. Daarnaast bieden veel schoonmaakbedrijven taalcursussen aan, omdat mensen in de sector vaak een migratieachtergrond hebben. Je vindt in de schoonmaak praktisch alle nationaliteiten terug. Verder kun je jezelf specialiseren in een bepaald soort schoonmaak, en op die manier doorgroeien.’

Van zwembaden tot gevangenissen

De deelnemers splitsen zich vervolgens op om aan verschillende workshops deel te nemen. Over die bovengenoemde doorgroeimogelijkheden vertelt Annieke van Berckel, adviseur bij Schoonmakend Nederland, in de workshop ‘Perspectief en doorgroeimogelijkheden in de schoonmaakbranche’. Ze laat een routekaart zien die de vereniging heeft opgesteld, met vier verschillende niveaus van taken die schoonmakers kunnen uitvoeren, en welke vaardigheden daarbij horen. Ieder niveau brengt complexere handelingen met zich mee. ‘Werken en leren kán in deze branche’, vertelt Annieke. Lang niet iedereen weet dat, vertellen de deelnemers, en dat brengt het gesprek wederom op de vraag: ‘Hoe kan dat beeld bijgesteld worden?’

Daarna door naar de workshop ‘Schoonmaakspecialismen’. Zoals gezegd: wie denkt dat schoonmaken vooral om kantoorpanden en glazen gaat, komt er bedrogen uit. Want ook hotels, recreatieparken, treinen, vliegtuigen, trappenhuizen, vloeren, ziekenhuizen, gevangenissen, zwembaden, sauna’s… dit alles moet (eens in de zoveel tijd) schoongemaakt worden; en dat vergt allemaal verschillende kennis en kunde. Ook iets waar je bijvoorbeeld niet meteen aan denkt: graffiti verwijderen. Moeilijk. Specialistisch. ‘Als je niet weet wat je doet, beschadig je een gebouw of apparaat eerder dan dat je het goed doet.’

 

En dan is er de workshop ‘Diversiteit en inlcusie’, door consultant Leonore Nieuwmeijer. Ook hier wordt wederom duidelijk: de schoonmaak is in alle facetten een diverse branche. ‘Er werken heel veel mensen in voor wie werken niet vanzelfsprekend is’. Bijvoorbeeld mensen met een handicap. Dat is goed nieuws, maar tegelijkertijd staan er nog veel mensen aan de zijlijn van de arbeidsmarkt. Voor hen is de schoonmaakbranche een interessante ‘instapmarkt’. Maar hoe ga je hen betrekken? Die vraag blijkt niet eenvoudig op te lossen.

Mensenhanden blijven altijd de belangrijkste kracht achter schoonmaken

Het leukste moment van de dag is zonder twijfel de rondleiding door het pand, door Kees Aalbers. Hij is eigenaar van het opleidingscentrum. Vol vuur vertelt hij over alle soorten schoonmaakwerkzaamheden die de leerlingen kunnen oefenen in het gebouw. De deelnemers mogen verschillende apparaten uitproberen, zoals een vacuümmachine om graffiti te verwijderen. Ramen worden gewassen met osmosewater. ‘Dat laat geen vegen achter’.

Naast de veelzijdigheid van het schoonmaakvak, valt één ander iets de hele dag op: schoonmaken is – nog altijd – grotendeels handwerk, ondanks alle handige apparaten. ‘Machines worden steeds slimmer, en we hebben ze hier allemaal in huis, maar ik ben ervan overtuigd dat mensenhanden altijd de belangrijkste kracht achter schoonmaken zullen blijven’, zegt Kees.

Naast belangrijk en divers, is schoonmaken dus ook werk met perspectief.